Met toestemming van het Omroep Zender Museum hieronder een terugblik van wat leuke en interessante weetjes uit bijna negentig jaar radiogeschiedenis in Lopik. De berichten zijn afkomstig uit publicaties van het museum.
In oktober 2024 was het 87 jaar geleden dat de eerste radiozender en in het Lopik in gebruik werd genomen. Momenteel is er van die geschiedenis weinig meer te zien. De laatste zendmasten zijn in september 2015 naar beneden gehaald. Een mast van 192 meter hoogte werd in 1939 gebouwd en een kleinere mast in de jaren zeventig was tachtig meter hoog.
Tot de oprichting van Nozema in 1935 werden de zenders beheerd door de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) die twee zenders had, één in Hilversum en één in Huizen. De omroepen huurde zendtijd op deze zenders. De Hogeschool Delft, PTT en Philips deden een onderzoek naar de beste plaats voor een zendstation dat in heel Nederland goede radio-ontvangst mogelijk moest maken en zo viel de keuze op Jaarsveld. Na een geslaagde test met een proefzender in 1937 werd enkele jaren later het grote complex in Lopik in gebruik genomen. In 1944 is de zender ook nog gebruikt als stoorzender door de Duitsers om de uitzendingen van ‘Herrijzend Nederland’ te verstoren. Niet met veel succes want de werknemers hadden de zender niet goed afgestemd zodat storing werd beperkt.
Het ‘proef’ zenderstation in Jaarsveld (1937).
De eerste generatie zenders waren in gebruik tussen 1940 en 1965. Ze werden gehuisvest in het zendgebouw dat was ontworpen als een behuizing rond de twee grote zenders van wat toen nog heette Hilversum I en Hilversum II. Het opgewekte vermogen was 120 kW. Het bijzondere is dat de zenders 25 jaar bijna probleemloos hebben gewerkt. Het aantal storingsuren, behalve uiteraard in de oorlogsjaren, was beperkt. In 1965 kwamen nieuwe zenders die in omvang veel kleiner waren dat de eerste generatie.
Tweede generatie zenders voor Hilversum I en II.
Ook deze zenders werden geleverd door Philips en leverde eveneens 120 kW. In 1965 kwam er een programma van Hilversum III bij en werd tijdelijk voor vijf jaar een 10 kW reservezender gebruikt. In 1970 kwam Hilversum III met een 20 kW Marconi zender in de lucht.
In 1980 werden door Hilversum I en Hilversum II nieuwe middengolfzenders in de Flevopolder in gebruik genomen. In Lopik werd een achtergebleven Marconi zender toen in gebruik genomen voor Hilversum III op 675 kHz. De andere zender werd reservezender op 747 kHz voor het geval de zenders in de Flevopolder zouden uitvallen. De zendernetten Hilversum I, II en II veranderde in 1985 van naam en gingen voortaan als Radio 1, 2 en 3 door het leven.
Door halfgeleiders werd alles veel compacter.
In 1991 was de techniek al zover dat geen zendbuizen, geen hoogspanning en waterkoelingen nodig waren. De keuze viel op de Canadese fabrikant Nautel. Voor Radio 3 werd een nieuwe 120 kW zender in gebruik genomen op 675 kHz. Radio 1 en Radio 5 komen op dat moment al vanaf de Flevopolder. In Lopik stonden alleen 60 kW reservezenders. Die uiteindelijk ook verdwijnen als Radio 1 op juni 2003 van de middengolf verdwijnt en twaalf jaar later ook Radio 5 stopt op de middengolf.
Het einde van de 192 meter hoge radiozendmast.
Radio 3 was al veel eerder dan Radio 1 en 5 van de middengolf verdwenen. Op 1 februari 1993 was Radio 3 alleen nog op FM te horen en werd de frequentie gebruikt door verschillende commerciële radiozenders. In 1994 was de eerste gebruiker Radio 10 Gold en nadat er veel gebruikers waren geweest was Radio Maria in 2015 de laatste. De zender had nog jaren meegekund maar met de antennemast uit 1939 ging het minder goed toen in 2015 na een storm de top van de mast scheef kwam te staan. Na een tijdelijke noodoplossing bleek een renovatie economisch niet haalbaar. De zenders werden toen gesloopt of overgedragen aan het museum.